Het Haagse college van burgemeester en wethouders wil Den Haag niet beschikbaar stellen als proefgemeente om het statiegeldsysteem te verbeteren. Een voorstel van de VVD-fractie om de stad in te zetten als pilotlocatie wordt daarmee afgewezen.

De VVD in de Haagse gemeenteraad sloeg alarm over de toenemende overlast door zogenaamde ‘statiegeldduikers’, mensen die vuilnisbakken openbreken of zakken openscheuren op zoek naar statiegeldflessen en -blikjes. Dit leidt tot kapotte afvalbakken, rondslingerend afval en vervuiling op straat.

Fractievertegenwoordiger Albert Tuit stelde daarom voor om op drukbezochte plekken zoals winkelstraten, parken, markten en het strand speciale statiegeldbakken te plaatsen naast de reguliere afvalbakken. Volgens de VVD kan dat het aantal opengebroken vuilnisbakken flink verminderen.

Wettelijke taak

In een schriftelijke reactie erkent het college de overlast. De jaarlijkse kosten om de schade aan afvalbakken op te ruimen en te herstellen bedraagt zo’n 1,9 miljoen euro. Dat bedrag omvat onder meer extra opruimtijd, handmatige schoonmaak, vervanging en reparatie van afvalbakken en kosten voor handhaving.

Toch ziet het college geen aanleiding om extra maatregelen te nemen of om als stad mee te doen aan een statiegeldpilot. "De inname van flesjes en blikjes is een wettelijke taak van producenten en importeurs," stelt het college. "De oplossing ligt niet in de openbare ruimte." Volgens het college moet brancheorganisatie Verpact zich inzetten voor betere inzameling door consumenten te motiveren én het aantal innamepunten bij winkels en supermarkten te vergroten.

Wel wil de gemeente nieuwe afvalbakken in Den Haag voortaan uitrusten met magneetdeuren, waardoor de bakken makkelijk toegankelijk zijn maar ook automatisch sluiten, zodat het openbreken van vuilnisbakken niet meer nodig is.